About the consequence class

It is practically impossible to determine what the desired structural reliability for each different structure should be. Therefore EN 1990 Annex B divides structures into three consequence classes (CC for short):

Consequence Class	Consequences	Examples
CC3	Chance of losing lives: high Economic/social impact: large	Grandstands, public buildings, concert hall
CC2	Chance of losing lives: average Economic/social impact: considerable	Residential and office buildings
CC1	Chance of losing lives: low Economic/social impact: small or negligible	Agricultural buildings where people do not normally enter: storage buildings, greenhouses

The consequence class determines which partial safety coefficients for ULS-combinations should be used:

	CC1 = CC2 * 0.9	CC2	CC3 = CC2 * 1.1
Fixed loads Unfavourable Favourable	1,22 0,9	1,35 1	1,5 1
Variable loads Unfavourable Favourable	1,35 0	1,5 0	1,65 0

Notes:

• The National Annex may provide more detailed tables (which slightly different values) than the ones listed in this article.
• In general, structures in reliability class RCi are associated with a consequence class CCi, with a design and calculation supervision DSLi and with an inspection level ILi.
  But the Belgian annex NBN EN 1990 ANB:2021 Annex B makes an exception for CC3:
  “Exceptionally, for a construction in RC3, the levels DSL 3 and IL3 may be omitted, provided that a K_FI-factor of 1.1 is not taken, but a K_FI-factor of 1.2 for the variable loads and a K_FI-factor 1.1 for permanent loads. Even this last method is not the most preferable method.”
  This exception rule is implemented since Diamonds 2023r01 under CC3*.
• The consequence class can be entered in the Load Group dialog . Diamonds will automatically adjust the partial safety coefficients.
  

Het is praktisch onmogelijk om voor elke constructie de gewenste constructieve betrouwbaarheid te bepalen. Daarom verdeelt EN 1990 Bijlage B constructies in drie gevolgklassen (EN: consequence classes, van daar de afkorting CC ):

Gevolgklasse	Gevolgen	Voorbeelden
CC3	kans op levensverlies: hoog Economische/sociale impact: groot	Tribunes, openbare gebouwen, concertzaal
CC2	Kans op levensverlies: gemiddeld Economische/sociale impact: aanzienlijk	Woon- en kantoorgebouwen
CC1	Kans op levensverlies: laag Economische/sociale impact: verwaarloosbaar	Landbouwgebouwen waar normaal gesproken geen mensen komen: opslaggebouwen, kassen

De gevolgklasse bepaalt welke partiële veiligheidscoëfficiënten voor ULS-combinaties moeten worden gebruikt:

	CC1 = CC2 * 0.9	CC2	CC3 = CC2 * 1.1
Vaste lasten Ongunstig Gunstig	1,22 0,9	1,35 1	1,5 1
Variabele lasten Ongunstig Gunstig	1,35 0	1,5 0	1,65 0

Opmerkingen:

• De Nationale Bijlage bevat mogelijk meer gedetailleerde tabellen (met licht afwijkende waarden) dan de tabellen die in dit artikel zijn vermeld.
• Algemeen worden structuren uit betrouwbaarheidsklasse RCi (EN: reliability class) geassocieerd met gevolgklasse CCi, met een ontwerp- en berekeningsbegeleiding DSLi (EN: Design Supervision Level) en met een inspectieniveau ILi.
  Maar de Belgische nationale bijlage NBN EN 1990 ANB:2021 Bijlage B maakt een uitzondering voor gevolgklasse CC3:
  “Uitzonderlijk, mogen voor een constructie in RC3 de niveaus DSL3 en IL3 achterwege worden gelaten op voorwaarde dat niet een K_FI-factor of 1.1 wordt genomen maar wel een K_FI-factor of 1.2 voor de veranderlijke belastingen en een K_FI-factor 1.1 voor de blijvende belastingen. Evenwel is deze laatste methode neit de meest te verkiezen methode.”
  Deze uitzondering is geimplementeerd vanaf Diamonds 2023r01 via de gevolklasse CC3*.
• De gevolgklasse kan worden ingevoerd in dit dialoogvenster . Diamonds past de partiële veiligheidscoëfficiënten automatisch aan.